Hoor je mij?
Sterre gaat naar de brugklas. Dat is voor iedereen spannend, maar voor Sterre nog nét iets spannender. Ze is doof, maar wil op haar nieuwe school, waar vooral horende kinderen zitten, niet opvallen.

Sterre gaat naar de brugklas. Dat is voor iedereen spannend, maar voor Sterre nog nét iets spannender. Ze is doof, maar wil op haar nieuwe school, waar vooral horende kinderen zitten, niet opvallen. Daarom neemt ze geen tolk mee. Gelukkig zit haar beste vriendin Emmelie bij haar in de klas. Zij kan gebaren en helpt Sterre als het nodig is. Toch merkt Sterre dat ze anders is. Ze mist grapjes en delen van de lesstof, en school kost haar ontzettend veel energie. Dan verliest ze ook nog haar vriendin, en twee meiden achter in de klas maken haar voortdurend belachelijk. Steeds vaker vraagt Sterre zich af of ze wel thuishoort in deze horende wereld...
Freek is eigenlijk klaar met de basisschool, maar moet de leerplicht uitzitten in de zesde klas (vroeger groep 8), samen met de vreselijke juf De Groot. Hij zit op een dovenschool in de jaren 50, waar gebaren verboden zijn. Zijn ouders en zusje Rita zijn ook doof, maar schamen zich om te gebaren als er horenden bij zijn. Niemand lijkt Freek serieus te nemen, en dat maakt hem boos. Het liefst wil hij naar een horende middelbare school om verder te leren, maar kan dat wel?
Hoor je mij? is een prachtig boek om horende kinderen kennis te laten maken met gebarentaal en de Nederlandse dovencultuur. Tegelijk is het een bijzonder verhaal waarin dove kinderen zich kunnen herkennen. De ondertitel van het boek is: als je moet leven in twee werelden. Daarmee bedoelen Cazemier en Letterie niet alleen de dove en horende wereld, maar ook het contrast tussen toen en nu. Twee werelden die, zoals je leest, haast niet verder van elkaar kunnen verschillen. Het brak mijn hart om te lezen hoe hard Freek moest vechten om zelfstandig te mogen zijn, en wat een verademing om te zien welke hulp er tegenwoordig voor Sterre is.
Wat me vooral aansprak, was het gebruik van gebarentaal in het verhaal. De gebaren die de personages gebruiken, worden steeds in detail beschreven, en elk hoofdstuk begint met het gebaar dat past bij de titel. Zo leer je als lezer meer dan 25 gebaren kennen. Ik betrapte mezelf er regelmatig op dat ik ze zat te oefenen in de trein. En voor wie daarna meer wil leren: in het laatste hoofdstuk verwijst het boek naar www.lerengebaren.nl. Daar ga ik me zeker nog verder in verdiepen. Veel leesplezier!