Waarom LeesLab inzet op tutoring: een interview met Noortje Hermans

Geschreven door
Lotte
Hoe zorg je ervoor dat álle kinderen goed leren lezen, ook als dat thuis niet vanzelfsprekend is? Noortje Hermans, tutor bij LeesLab, deed literatuuronderzoek naar de effectiviteit van tutoring in het leesonderwijs. In dit gesprek licht ze toe wat de rol van de leestutor inhoudt, waarom deze werkwijze zo effectief is en wat het betekent in de strijd tegen kansenongelijkheid.

Waarom zet LeesLab in op tutoring als leesbevorderende interventie?

Noortje Hermans: “In Rotterdamse klaslokalen zien we steeds duidelijker hoe groot de verschillen zijn. Sommige kinderen worden elke avond voorgelezen en groeien op in een taalrijke omgeving. Voor anderen is lezen thuis helemaal geen vanzelfsprekendheid. Er zijn bijvoorbeeld weinig boeken of geen rustige plek om te lezen. Die ongelijkheid zie je terug in het klaslokaal. Tutoring is een aanpak waarmee we die kloof willen verkleinen.”

Wat houdt tutoring precies in binnen jullie aanpak?

“Wij werken met een variant van de zogenoemde High Dosage Tutoring-aanpak. In High Dosage Tutoring krijgen leerlingen meerdere keren per week, meestal drie tot vijf keer, begeleiding van een tutor, naast het reguliere onderwijs. Het is intensief en kleinschalig. Belangrijk daarbij is dat de tutoring direct aansluit op wat er in de klas gebeurt. Bij LeesLab zetten we tutoren daarom juist in tijdens de les, vijf keer per week. Dus geen losse bijles, maar versterking van wat op dat moment nodig is.”

En waar zit de kracht van die aanpak?

“Vooral in de persoonlijke aandacht. De leerkracht blijft eindverantwoordelijk voor de les, hij of zij heeft de regie. Tutoren richten zich op de specifieke behoeften van een leerling: technisch lezen, leesbegrip, zelfvertrouwen opbouwen - het verschilt per kind. Die intensieve begeleiding maakt dat leerlingen zich gezien voelen. Ook het vergroten van leesmotivatie is een belangrijk onderdeel. Tutoren helpen leerlingen zich bewust te worden van hun groei. Soms door expliciet doelen te stellen en successen te vieren, soms door subtiel bij te sturen waar nodig.”

Wat doen tutoren precies in en rond de klas?

“Ze zijn geen vervanging van de leerkracht, maar een aanvulling. Je vindt ze naast leerlingen tijdens de leesles, bij kleine groepjes of in individuele leesgesprekken. Ze organiseren activiteiten rond kinderboeken en lezen, signaleren waar leerlingen moeite mee hebben en zijn vertrouwde gezichten op school. Door hun dagelijkse aanwezigheid kunnen ze snel schakelen met de leerkracht én met de leerling.”

Jullie noemen tutoren ook rolmodellen. Wat bedoel je daarmee?

“Veel van onze tutoren zijn jong, hebben verschillende achtergronden en komen zelf uit de stad. Leerlingen herkennen zich in hen, en dat doet iets. Die herkenning is geen bijzaak. Het zorgt voor vertrouwen, voor verbinding. In wijken waar extra ondersteuning zoals bijles niet vanzelfsprekend is, kunnen tutoren een belangrijke brug slaan tussen de leefwereld van het kind en de schoolomgeving. Ze bieden niet alleen tijd en aandacht, maar ook sociaal kapitaal.”

Hoe verschilt dit van het zogeheten schaduwonderwijs?

“Op dit moment komt extra ondersteuning vaak terecht bij kinderen van ouders die het kunnen betalen. Bijles, huiswerkbegeleiding - dat vergroot de kloof met kinderen voor wie dat financieel niet haalbaar is. Met tutoring zorgen we ervoor dat ondersteuning juist daar terechtkomt waar het ‘t hardst nodig is. En dat doen we structureel, niet eenmalig. Onze tutoren zijn het hele schooljaar betrokken bij dezelfde leerlingen en bouwen aan een vertrouwensband. Dat maakt snelle signalering én gerichte hulp mogelijk.”

Hoe worden tutoren voorbereid op hun rol?

“Ze krijgen training en intensieve begeleiding. We organiseren professionaliseringsdagen, werkoverleggen en feedbackmomenten. De uitwisseling tussen tutoren is ook heel waardevol: door ervaringen te delen, leren we van elkaar. We bouwen bewust aan een lerende praktijk waarin kennis steeds wordt doorgegeven.”

Tot slot: wat typeert jullie team van tutoren?

“Diversiteit. En dan heb ik het over diversiteit op alle fronten. Tutoren hebben verschillende achtergronden. Sommige combineren het werk als tutor met een pabo-opleiding, anderen zijn afgestudeerd in de jeugdliteratuur, weer anderen hebben jarenlange ervaring als vrijwillige leesouder of hebben een relevante opleiding in een heel ander vakgebied. Ook qua afkomst zijn we divers en worden we steeds diverser - belangrijk, want de tutor dient als rolmodel. Door verschillende achtergronden en ervaringen kunnen we inspelen op uiteenlopende behoeften van leerlingen. Die rijkdom aan perspectieven maakt onze aanpak sterker.”

Terug
Je aanmelding voor de nieuwsbrief is gelukt!
Oeps! Er ging iets mis bij het aanmelden voor de nieuwsbrief.